Raken banken hun corebusiness – rentemarge – kwijt aan nieuwe spelers?
— 31 maart 2015Nieuwe, innovatieve spelers op de financiële markt azen op het kroonjuweel van banken: de rentemarge. Deze nieuwe spelers – de zogenoemde fintech-bedrijven – lijken steeds meer een serieuze bedreiging te vormen voor het klassieke bankenstelsel. Worden banken de Kodaks van de financiële wereld? Of weten ze hun positie te behouden?
Rentemarge is – in het kort – het verschil tussen de rente die banken aan de ene kant ontvangen door geld uit te lenen, en aan de andere kant moeten betalen voor het ontvangen van geld. Banken zijn dus eigenlijk de matchmaker – de intermediair – van deze twee markten. Maar nieuwe spelers op de financiële markt zouden deze rol als matchmaker wel eens overbodig kunnen maken. Dat stelt Daniel Ogertschnig, Consultant bij Virtual Affairs, dat gespecialiseerd is in software en services voor banken en verzekeraars.
Efficiency verhogen
Tot nu toe werd digitalisering vooral ingezet om de efficiency te verhogen, legt Ogertschnig uit. Bovendien hadden de nieuwe toetreders die puur online werken vaak een moederbedrijf die al bekend was in de branche. Ogertschnig: “De veranderingen van analoog naar digitaal waren vooral gedreven door kostenbesparingen, en raakten niet de belangrijkste kurk waar retailbanken op drijven; de rentemarge. Dit lijkt nu te veranderen.”
Aanval op twee fronten
Banken vervulden hun rol als matchmaker de afgelopen jaren niet altijd optimaal: risicovollere leners kregen niet of nauwelijks toegang tot het benodigde geld; een relatief hoge rentemarge verstoorde de markt; de ECB-rente daalde, maar de hypotheek-rente minder hard. Ogertschnig merkt op dat zowel op de leenmarkt als op de spaarmarkt nieuwe spelers nu al verschillende losse diensten als specialisten aanbieden waarvoor men eerder alleen maar terecht kon bij banken.
Op de leenmarkt – grofweg te verdelen in consumptief krediet en hypotheken – zijn een aantal ‘direct lenders’ toegetreden die scherpe tarieven bieden. Ook de hypotheekmarkt trekt weer aan en niet-traditionele partijen zijn prominent terug te zien in de toplijstjes. Voorbeelden hiervan zijn Moneyou, met ABN Amro als moeder, en Munt Hypotheken, dat pensioengeld uitleent.
Op de spaarmarkt concurreren spaarbanken met grootbanken om scherpe rentetarieven. De grootbanken bieden minimaal 0,3 procent minder rente op hetzelfde type spaarrekening dan de uitdagers. Toch wordt de spaarmarkt vaak nog wel op klassieke wijze gefinancierd.
Nieuwe platforms
“Daarnaast komen er steeds meer nieuwe partijen bij die de beide markten combineren en zo de rol van matchmaker proberen in te nemen”, vervolgt Ogertschnig. Uiteraard is het uitlenen van geld aan één particulier of onderneming wettelijk en qua risico’s niet direct te vergelijken met sparen bij een bank. Maar consumenten gaan met de huidige lage rentes voor spaargeld – en de hoge rentes voor hypotheken – op zoek naar alternatieven.
Voor iedere persoon of onderneming die geld wil investeren, bieden deze platforms een nieuwe investeringsvorm die direct beschikbaar is. Bijvoorbeeld bij een persoonlijke lening voor een auto. Ogertschnig: “Het uitlenen aan een individuele consument lijkt misschien risicovol. Aan de andere kant zijn dit type leningen wel de leningen die consumenten het snelst willen aflossen, omdat uiteindelijk niemand een BKR-notering op zijn naam wil hebben.” De initiatieven passen bij de trend van de opkomst van platforms , waarbij het platform geen eigen bezit heeft, maar zich beperkt tot matchmaking. Met uiteraard als bekendste voorbeelden Uber (in de taximarkt) en AirBnB (verhuur van accomodaties).
Digital natives
De niet-traditionele partijen die nu toetreden tot de markt hebben ten opzichte van de traditionele banken als voordeel dat zij zeer efficiënt zijn omdat ze puur online werken, en flexibel zijn door hun beperkte grootte. Elke nieuwe partij richt zich op één specifieke bankdienst. Dat maakt het voor banken een grote uitdaging om de innovaties van al deze kleine nieuwe partijen bij te benen. Volgens Ogertschnig heeft deze ontwikkeling als gevolg dat de traditionele bankdienstverlening ontvlochten wordt.
6D-model
Volgens Ogertschnig beschrijft het 6D’s-model van Peter Diamandis over digitalisering goed de ontwikkelingen in de financiële sector. Het model beschrijft de verschillende fasen van een markt die van analoog naar digitaal gaat. Volgens Diamandis zal alles wat gedigitaliseerd (Digitized) kan worden een exponentiele groei doormaken. In eerste instantie worden de implicaties daarvan niet goed ingeschat (Deception). Gevestigde partijen die niet goed op die groei inspelen, verdwijnen (Disruptive). In de fotografiemarkt is voormalig marktleider Kodak daar een goed voorbeeld van. Het blijkt lastig om de revolutie in het aanbod van producten of diensten (Dematerialize) te voorspellen – de eerste bouwer van een digitale camera kon nooit weten dat die camera zou worden ingebouwd in een telefoon, en al helemaal niet dat die ‘smartphone’ een massaproduct zou worden en daardoor betaalbaar (Demonetization) en toegankelijk (Democratized).
Wanneer we bijvoorbeeld naar de activiteit ‘betalen’ kijken in de financiële sector, geldt hier dat winkeliers niet direct het voordeel zagen en extra kosten rekenden voor pinbetalingen; de Deception-fase. En niemand verwachtte dat cash en pinpassen overbodig zouden worden en we straks alles met onze mobiel kunnen betalen (Demateralization). De kosten per betaling dalen sterk door het volume (Demonetization) en in de toekomst zal de massa gaan betalen met de mobiel (Democratized).
Waar staan we nu?
Ogertschnig: “Als we teruggrijpen op het 6D-model en we kijken naar de markt op het gebied van sparen en lenen, dan zien we dat deze markten volwassen zijn en dat de nieuwe platforms ervoor zorgen dat de markt Demonitized wordt voor de bestaande spelers en Democratized – toegankelijk gemaakt wordt – voor de massa.”
In Nederland zijn hiervan enkele goede voorbeelden. Zo heeft Rocket Internet al drie platforms gelanceerd: Lendico waar consumenten aan elkaar kunnen lenen, Zencap waar consumenten aan bedrijven lenen, en Spotcap waar institutionele beleggers lenen aan bedrijven. Nog meer aanbieders: Geldvoorelkaar, dat leningen biedt van en voor consumenten, en Munt Hypotheken dat hypotheken aanbiedt van institutionele beleggers (bijvoorbeeld pensioenfondsen) aan consumenten.
“Het monopolie van banken als matchmaker wordt duidelijk bedreigd”, aldus Ogertschnig. Het is de vraag of de groei van partijen die uitlenen en de partijen die willen lenen, daadwerkelijk uitkomt bij de nieuwe platformen. “De financiële incentive is altijd erg belangrijk.” Voor banken is het de vraag hoe ze omgaan met hun nieuwe concurrenten. Gaan ze voor een defensieve strategie, of gaan ze juist meedoen en hebben ze een voordeel door de grote aantallen klanten die zij al hebben? Oftewel: worden banken zoals Kodak? Je hebt de beste kaarten, maar je weigert te innoveren omdat dat je eigen businessmodel kannibaliseert.