Speelt Nederland straks wél mee op de betaalmarkt?
— 20 juni 2018Op het voetbalveld spelen we dit jaar helaas niet mee, maar het moment waarop de Nederlandse spelers op de betaalmarkt gelijk staan met de nieuwkomers in andere landen komt dichterbij. Met dank aan de Autoriteit Persoonsgegevens.
Het proces waardoor Nederlandse nieuwkomers op de betaalmarkt toegang krijgen tot de bankgegevens van consumenten heeft namelijk een sprong genomen. Eerder werd de wet die dit mogelijk zou moeten maken uitgesteld. In het vorige wetsvoorstel zou De Nederlandsche Bank (DNB) namelijk een deel van het privacytoezicht op zich nemen. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) maakte hier bezwaar tegen en in overleg met het ministerie van Financiën gaat de AP deze taak na de invoering volledig op zich nemen.
In het nieuwe wetsvoorstel staat ook dat de AP verantwoordelijk wordt voor de bescherming van persoonsgegevens. Wat dit inhoud? Zij regelen de nadrukkelijke toestemming die consumenten, na ingang van de wet, aan banken moeten geven om hun bankgegevens met derde partijen te mogen delen. Op dit moment houden de bancaire instellingen deze data nog grotendeels voor zichzelf.
Autoriteit Persoonsgegevens
Nu de drie partijen tot een overeenstemming zijn gekomen is deze vertragende factor verdwenen. Aangezien de discussie tussen de AP en DNB is opgelost, wordt de wet mogelijk dit najaar nog ingevoerd. De volgende stap is nu om de wet door de Eerste en Tweede Kamer te krijgen.
Met de nieuwe wet kan DNB vergunningen verlenen aan nieuwe spelers op de betaalmarkt. Fintechs en nieuwkomers winden zich flink op over de vertraging die zij oplopen, vanwege het ongelijke speelveld dat is gecreëerd en het idee dat banken hen hinderen om ook grote spelers op de financiële markt te worden. Met de implementatie van de richtlijn moet deze ongelijkheid en alle onvrede (zoveel mogelijk) tot het verleden gaan behoren.