Een les die Nederland kan trekken uit start-up land Israël
— 16 november 2015Nederland kan veel leren van ‘start-up nation’ Israël. Toch profiteert het land economisch maar weinig van het hoge BNP-percentage dat zij investeert in Research & Development, aldus innovatieonderzoeker Marijn van Weele aan de Universiteit van Utrecht.
Israël is een populaire bestemming voor beleidsmakers om inspiratie op te doen voor effectief start-up beleid, zo schrijft Van Weele in het Financieele Dagblad.
Kamp en Kroes
Afgelopen september togen minister Henk Kamp en regeringsgezant Neelie Kroes nog naar het land om contacten te leggen en kennis uit te wisselen over start-up ecosystemen. Een les die zij volgens Van Weele zeker moeten meenemen is dat start-ups eerst moeten opschalen voordat het de banenmachines worden waar beleidsmakers zo naarstig naar op zoek zijn. Het stimuleren van R&D en venture capital moet volgens Van Weele worden gezien als een middel om start-ups daarbij te helpen, en niet als een doel op zich. Anders wordt ons land misschien wel een start-up nation, maar ook niet meer dan dat.
Weinig profijt van investeringen
Israël besteedt 4,3% van haar BNP aan R&D, dat is twee keer zoveel als in ons land. Dat het land daar zelf zo weinig van profiteert, heeft een aantal redenen. Zo is Israël volgens Van Weele een te klein land en heeft het hierdoor een beperkte afzetmarkt. Daarnaast hebben de succesverhalen van de afgelopen jaren geleid tot een cultuur waarin veel ondernemers meer gedreven worden door het maken van een snelle exit dan door het bouwen van een groot bedrijf.
Startende ondernemingen worden in Israël sneller overgenomen dan in andere landen. In vijf jaar tijd is de gemiddelde ‘leeftijd’ van bedrijven bij een overname gedaald van acht naar vier jaar. Ondanks het groeiende start-up ecosysteem is het aantal mensen dat werkzaam is in de high-techsector de afgelopen vijf jaar daardoor gedaald van 11 naar 9 procent. De Israëlische start-ups creëren dus vooral welvaart voor een kleine groep ondernemers, buitenlandse investeerders en technici, zo somt Van Weele op. De titel ‘start-up nation’ is dus niet per definitie een voordelige en Nederland kan lering trekken uit deze feiten en cijfers.